Boeken

Boeken

De Vijvervrouw
Vijvervrouw BomansGodfried Bomans schreef een dik sprookjesboek met spannende, enge, romantische verhalen over koningen, heksen, kabouters en andere sprookjesfiguren.

Willemien Min maakte er tekeningen bij. Het verscheen in 1965, onder de titel: Godfried Bomans’ sprookjesboek. Nu heet het boek: De vijvervrouw en andere sprookjes. 
Als je acht of negen jaar bent dan kun je dit boek al lezen of laten voorlezen.

Daarna weet je wat een wolkenboom is en hoe het lijstermeisje met dieren leert praten. Je kunt lezen over een domme koning of de haastige Morsegat en nog veel, veel meer!

Uitgever: Van Goor verschenen: 1996
ISBN: 9000031052

Erik of Het klein insectenboek
Erik of het klein insectenboekErik of het klein insectenboekErik is 8 jaar en leeft in zijn droom een aantal weken tussen de insecten. 
De wereld van de insecten blijkt heel anders in elkaar te zitten dan hij op school heeft geleerd! 
Het boek is misschien wel een beetje in de ouderwetse taal geschreven, maar het verhaal is erg spannend en wonderlijk. Echt de moeite waard dus! Je moet wel een jaar of twaaf zijn om het te kunnen begrijpen.

Uitgever: De Boekerij

verschenen: 2004
ISBN: 9022540014

Het boek is ook te koop als luisterboek (HoorspelFabriek, ISBN 9077858016).
 Je kunt hem ook als dvd bekijken.

Wonderlijke nachten
Wonderlijke nachtenHet is het verhaal over het jongetje Simon en een naamloze kabouter. Simon lijkt een beetje op Erik (van het insectenboek), het zou zijn broertje kunnen zijn. Ook Simon komt in een sprookjesachtige wereld. Hij is ineens veel kleiner en verkeren daardoor op voet van gelijkheid met allerlei dieren. Simon maakt veel mee met muizen en ratten, terwijl er ook nog een tinnen soldaat door het verhaal hinkt.

Simon heeft tien dromen. Opeens verschijnt aan het eind van het boek ineens de figuur van de schrijver!

In de tiende nacht reizen Simon en de kabouter naar de toekomst. 
De kabouter heeft wel dertig kalenders bij zich, en scheurt daar alle blaadjes af: opeens liepen zij buiten, hand in hand, door de straten. Simon zag wel dat het zijn eigen stad was, maar toch scheen alles veranderd te zijn.

De magere boompjes op het Verwulft waren groot en zwaar geworden en in plaats van de keisteentjes in de Barteljorisstraat was er asfalt gekomen. Sommige huizen waren afgebroken, andere in hun plaats verrezen. Op de plek, waar de drogisterij van Steurs gestaan had, was zelfs een gapende leegte.

“‘Afgebrand,’ zei de kabouter, ‘in 1938.’ ‘Maar we leven nu toch in 1919!’ riep Simon. ‘Nee, m’n jongen,’ zei de kabouter, ‘dit is het jaar 1949. We zijn dertig jaar verder.

Kijk, hier woon jij.’ Ze stonden voor een oud huis. Het had een blauwe, hardstenen stoep en op de deur zag Simon zijn eigen naam. Hij greep de hand van de kabouter. ‘Ik ben bang,’ zei hij, ‘is er iets van me terecht gekomen?’ ‘Dat is zoals je ’t bekijkt,’ zei de kabouter, ‘je bent een schrijver geworden.’

Pim, Frits en Ida
Pim Frits IdaOok schreef Godfried Bomans nog een boekenserie met de naam:
’Pim, Frits en Ida’. Zie ook het werkstuk van Bernice!

Uitgever: Bruna & Zoon, Zwarte Beertjes 68, 5e druk april 1962