‘Godfried’ maart 2012

Verslag van ‘Godfried’ van maart 2012

Voorwoord

Fred Berendse gaf in het voorwoord een klein overzicht van de inhoud en wijst erop dat Bomans zo lang na zijn dood nog aardig in leven is, zoals de in december 2011 uitgegeven bundel ‘Genieten in een gekkenhuis’ aantoont (waarvan nu al de vierde druk). Voor het inmiddels 40 jaar bestaande genootschap is ook nog belangstelling gelet op interviews in ‘Elsevier’ en ‘De Telegraaf’.

In memoriam Zuster Borromée Bomans

De zus van Bomans werd in 1909 geboren en is in februari 2012 overleden. Al jong ging zij naar het klooster en ontving de naam zuster Borromée.

Zij werd medisch analiste, had gevoel voor humor en leefde in grote dankbaarheid. Zo rond haar 100ste verjaardag vroeg ze zich weleens af wat ze nu nog moest doen om naar God te mogen gaan. Ze is 102 jaar geworden.

Getuigenissen

Tijdens de afgelopen bijeenkomst van de leden van het genootschap gaven vijf personen aan wat hun binding met Bomans was. Hieronder staan de samenvattingen.

5 minuten spreektijd

Johanna Smit zag een relatie tussen Rudolf Steiner en Bomans. Ze bleek nog steeds te genieten van ‘Bomans als schrijver, filosoof en levenskunstenaar,’ waarmee hij een bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de mens en van zichzelf. Het belang van zijn humor was gelegen in de verbindende werking in een wereld van tegenstellingen.

Het Basserologisch Genootschap

Sander W.J.G Schelberg bracht, 75 jaar na het verschijnen van ‘Pieter Bas’, het gefingeerde Basserologisch Genootschap onder de aandacht. Dat academische gezelschap richt zich op het bestuderen van boeken en op genealogisch onderzoek naar herkomst en erflaters van Pieter Bas.

Langs mijn mouw

Jan Henry leerde de naam van Bomans kennen in een tijd waarin een krachtige vloek nog niet met een G mocht beginnen. Fijnere luitjes mochten toen wel ‘Godfriedbomans’ zeggen.
De nadere kennismaking kwam op de middelbare school waar de lerares Duits en Engels voorlas uit ‘Erik’. Spoedig ging hij van zijn zakgeld boeken van Bomans kopen. Henry schreef: ‘Alle boeken die ik kocht las en herlas ik tot ik ze zo goed als van buiten kende en mijn taalgebruik er danig door werd beïnvloed.’ Bomans zette hem ook op het spoor van Dickens, Beets, van Deyssel en anderen.
Henry heeft Bomans niet persoonlijk gekend. Wel heeft hij Bomans enkele malen in Haarlem gezien. En in Alphen aan den Rijn was hij aanwezig in een gebouw waar de schrijver zou gaan spreken. Wegens de drukte worstelde Bomans zich door de menigte en schuurde met zijn arm langs die van Henry. Hierover zei hij: ‘Mijn avond kon (..) niet meer stuk. Mijn jas heb ik nog lang als een dierbare reliek bewaard.’

Over onzedelijke beelden

Niels Klinkenberg droeg ‘Over onzedelijke beelden’ van Bomans voor dat in 1952 in ‘Elseviers Weekblad’ is verschenen en later is opgenomen in ‘Capriolen’ en ‘Werken’ deel V.

Mijn herinneringen aan Godfried Bomans

Henri Govert van Marselis Hartsinck bezocht het Coornhert Lyceum in Haarlem waar teksten uit Bomans”Pieter Bas’ moeiteloos geciteerd werden. In 1952 maakte hij thuis kenbaar dat hij Bomans graag eens zou willen ontmoeten. Terwijl hij in een modezaak stond, kreeg hij zijn moeder aan de lijn. Ze had Bomans gebeld en haar zoon mocht komen. Hij snelde per fiets naar de Zonnelaan, belde aan, ging de trap op en las het stukje dat Bomans net had geschreven.
Later heeft hij Bomans nog drie keer ontmoet. De laatste keer was in 1965. Bomans was bij de vader van Henri Govert op bezoek om een conceptbrief op te stellen om gelden binnen te krijgen voor de restauratie van de Grote Kerk.

Voordracht

De belangstelling van Frank van der Voordt voor Bomans begon met ‘Kopstukken’. Hij ging diens boeken kopen en na het verschijnen van het herinneringenboek van Michel van der Plas wakkerde zijn nieuwsgierigheid naar de man achter al die boeken aan. Van der Voordt houdt van de verrassende denkwijze van Bomans, zijn stijl en ook wel zijn humor. Als voorbeeld van het eerste verwijst Van der Voordt naar ‘Ik laat me elders knippen’ uit 1962, waarmee Bomans de toen nog krachtig levende antipathie jegens Duitsers aan de kaak stelde.

Dordrecht herdacht Bomans (1)

Als inleiding op zijn toespraak die hier volgt, schreef Frank van der Voordt ‘Dordrecht herdacht Bomans’. Vijfenzeventig jaar terug kwam Bomans’ eerste boek ‘Pieter Bas’ op de markt. Dordrecht speelde daarin een belangrijke rol waarvan eind 2011 gebruik werd gemaakt. In die stad kwam een Bomansweekend. Op 9 december gaf Kees Posthumus een voorstelling die op sprookjes was gebaseerd, gevolgd door de openingstoespraak door wethouder Jasper Mos. Ten slotte gaf de aangestelde biograaf Gé Vaartjes een lezing. Op 10 december werd een tentoonstelling geopend met boeken en curiosa van Bomans. Op 11 december werd ‘Erik of het klein insectenboek’ vertoond.
In dat weekend werd ook bekend gemaakt dat in het voorjaar van 2012 een permanent gedenkteken zal worden geplaatst met een fragment uit ‘Pieter Bas’.

Dordrecht herdacht Bomans (2)

Op 10 december opende Frank van der Voordt de tentoonstelling in Dordrecht met een toespraak. Hij onderscheidde twee soorten bewonderaars: de lezers en de kijkers naar tv. De vele beelden lijken Bomans als schrijver verdrongen te hebben hoewel zijn literaire productie enorm was. Dat bewijst wel de zevendelige bundel ‘Werken’ waarin een groot deel van zijn werk is verzameld maar verre van volledig is, daar ‘onthutsend veel (..) niet meer herdrukt kon worden omdat het of te gedateerd was geraakt of kwalitatief onder de maat werd bevonden.’
De populariteit van Bomans kwam volgens Van der Voordt voort uit zijn uiterst verzorgde stijl, zijn soms wat uitbundige humor en het niet schuwen van zwaardere thema’s zoals de veranderingen in de katholieke kerk die hem te snel gingen. Veel lezers van de destijds katholieke ‘Volkskrant’ zagen ‘hun zorgen door hem gedeeld’.
Bomans lijkt een vergeten schrijver te gaan worden. In 1950 schreef hij daarover aan de hand van vader Cats. Cats schreef wat in zijn tijd paste en was daarna uit. Schrijvers en lezers zijn kinderen van hun tijd. Hoe zij ten opzichte van elkaar zullen blijven staan is ongewis. In de kunst bestaat alleen de vreugde van het ogenblik.
Van der Voordt acht de sprookjes van Bomans van blijvende waarde, net als ‘Erik’ en ‘Pieter Bas’.

Een stilist pur sang

Op 17 december 2011 stond in ‘Elsevier’ het artikel ‘Een stilist pur sang’ afgedrukt. Gerry van der List gaf daarin een beeld van Bomans en van het Godfried Bomans Genootschap. Het artikel is in zijn geheel in de nieuwe ‘Godfried’ afgedrukt. In ‘Genieten in een gekkenhuis’ op de site van het genootschap is daaraan aandacht geschonken. Indien gewenst, klik hier.

Godfried Bomans springlevend

Op 14 januari 2012 verscheen in ‘De Telegraaf’ een interview van Marie-Thérèse Roosendaal met de voorzitter van het Genootschap, Fred Berendse. Dat is in zijn geheel overgenomen in de nieuwe ‘Godfried’ en staat ook op de site. Indien gewenst, klik hier.

Bomanstentoonstelling in Warmond

De eerder genoemde Sander Schelberg is burgemeester van de gemeente Teylingen en een volbloed bomansiaan. In de bibliotheek van de deelgemeente Warmond richtte hij een expositie in van boeken van en over Bomans. Jan Henry nam er een kijkje en berichtte daarover.

Van Society tot Genootschap

Veertig jaar terug werd het Godfried Bomans Genootschap door Bert Koekebakker (1948-1984) opgericht, toen nog als Godfried Bomans Society, met als doel het literaire werk van Bomans te bestuderen alsmede diens activiteiten voor de Haarlemse tak van de Dickens Society. Het oorspronkelijke plan om maandelijks bijeen te komen bleek niet haalbaar. Sinds 1986 komen de leden van het genootschap in het voor- en in het najaar bij elkaar. Het volledige artikel van voorzitter Fred Berendse kunt u hier aanklikken.

Dickens en Bomans

De literaire jeugdliefdes van Piet de Jong waren Bomans en Dickens die hij als een twee-eenheid beschouwt. Bomans waardeerde het werk van Dickens zeer en beiden hadden een binding met een eeuw eerder. Ze behoren tot de literaire iconen van hun land maar worden nog weinig gelezen. De meeste mensen kennen Dickens van films en Bomans van tv. In het volgende nummer van ‘Godfried’ zal Dickens aan de orde komen naar aanleiding van zijn 200ste geboortedag.

De beste stukken uit Elsevier?

Jac Aarts schreef een recensie over de in december 2011 verschenen bloemlezing van Bomans’ werk voor ‘Elsevier’. ‘Genieten in een gekkenhuis’ was een plezier geweest om te lezen, hoewel hij de stukken kende. Wel plaatste Aarts kanttekeningen. De gekozen artikelen zijn aan de eenzijdige kant en de gehanteerde criteria van samensteller Gerry van der List zijn onbekend. Aarts concludeerde uit het voorwoord van het boek dat de keuze met name bepaald werd door de stijl van Bomans, waarmee hij zijn gedachten ‘zo helder en treffend mogelijk’ formuleerde.
Aarts vindt het verder jammer dat wel Bomans’ laatste bijdrage aan het weekblad is opgenomen – een interview met Johan Cruijff – en niet zijn eerste: een interview met de schrijver Lodewijk van Deyssel. Dan was de cirkel rond geweest en had men de ontwikkeling die Bomans had doorgemaakt hebben kunnen vaststellen.
Het boek is wel slordig samengesteld. Het wemelt van druk- en zetfouten die Aarts in een bijlage heeft bijeenbracht. Hij besloot zijn recensie met de constatering dat in de bloemlezing niet de beste stukken uit ‘Elsevier’ zijn gekozen, zoals de ondertitel aangeeft, maar ‘slechts die stukken die Van der List zelf het beste vindt.’

Bomans een twijfelende katholiek?

In de vorige uitgave van ‘Godfried’ werd gesteld dat Bomans een twijfelende katholiek was die in zijn jonge jaren geen geloofstwijfels had gekend. Daarop is door ondergetekende gereageerd met ‘Bomans een twijfelende katholiek?’. Bomans heeft inderdaad getwijfeld tot hij in 1968 ten overstaan van 4.000 protestanten in de Amsterdamse Westerkerk in een ketterse preek bekende, alle geloof in de kerk te hebben verloren. De leegloop van de kerk en de volgende kerkafbraak betreurde hij geenszins. Het enige wat voor hem telde waren de woorden van Jezus, die verbijsterende combinatie van diepgang en eenvoud. Om die zelfde reden was Bomans zeer geïnteresseerd in mystiek. Hij vond dat ieder mens even verheven moest proberen te gaan worden als de mystici Ruusbrouc, Johannes van het Kruis en Theresa van Ávila. Van het boek van laatstgenoemde was Bomans ‘helemaal bezeten.’
Als kind had Bomans een mystieke ervaring gehad waardoor hij voor altijd veranderd was, zo schreef hij eens. En als kind, ervoer hij dat er in de kerk iets niet klopte. Hij kreeg voorgespiegeld dat hij bij de eerste heilige communie een hemelse blijdschap zou ervaren. Zijn eerste hostie bracht echter niets moois teweeg, slechts diepe ontgoocheling. In zijn jeugd kende Bomans dus ook al grote twijfels.
Bomans wordt nog steeds gezien als een verstokte katholiek of iemand die de band met Rome niet wilde verbreken. Verwijzend naar historicus Jos Palm noemde ik Bomans in het essay ‘Bomans als provo’ (2005) de ‘grafdelver van het Roomse’. Die indruk is alleen maar sterker geworden. Bomans werd gaandeweg een cultuurkatholiek waarvan er toen weinigen waren. ‘Verder was hij méér dan een katholiek namelijk mysticus.’

Overdenking van een bewonderaar en verzamelaar

‘Ik ben in Bomans’, zei oud-premier Dries van Agt eens. Gerrit J. Bosch zegt hem dat na, al vanaf zijn tiende, toen hij bij zijn grootvader op bezoek ging, die naar de radio zat te luisteren. Bomans deed verslag van zijn verblijf op Rottumerplaat (zomer 1971). Bosch was in vervoering door de stem van Bomans, ‘zijn timbre, spreeksnelheid en gepaste pauze’s.’ Hij is Bomans later gaan waarderen om diens ‘briljante stijl van schrijven’ en om zijn eenvoud van formuleren, iets wat alleen kan als je de materie begrijpt. Bomans kon in een paar woorden zeggen waar het om draaide, waar anderen een veelvoud nodig hadden. Bosch stemt in met de volgende spreuk van Bomans: ‘Eenvoud is niet het vermogen van een beginner. Het is de duur bevochten stempel van de meester.’
Bosch bezoekt vanaf 2004 de bijeenkomsten van het Bomans Genootschap. Inmiddels is hij ‘een gepassioneerd verzamelaar van zgn. ‘Bomansiana’. In 1997 begon hij daarmee door op bescheiden schaal paperbacks aan te schaffen. Nu zet hij ziel en zaligheid in om alle eerste drukken te pakken te krijgen, ondermeer via internet. Van zijn grote verzameling boeken vindt Bosch de derde druk van ‘Pieter Bas’ qua uitvoering het mooist van alle.

Nieuwsflitsen van augustus 2011 tot februari 2012

In deze rubriek zijn berichten door ondergetekende opgenomen uit de nieuwsrubriek op de site van het Bomans Genootschap met onder andere(n) Ramsey Nasr, Frits Abrahams, een nieuw luisterboek van Bomans over Sinterklaas, het vertrek van webmaster Otto Grünbauer, introductie van zijn opvolger Maarten de Jong, aandacht voor Bomans in ‘Suiker’, Oudejaarsconference, Elsevier, ‘Genieten in een gekkenhuis’, het nieuwe 1000-pootje ‘Bomans als interviewer/geïnterviewde’, naar aanleiding van het eindejaarsgeschenk van het genootschap.

Edward Krabbendam
11 april 2012